Nederlands voor buitenlanders, ik bedoel Nederlanders, wonend in het buitenland. Ja, heus, er zijn mensen die deze blogjes lezen in het verre buitenland. Wij, Nederlanders in Nederland, raken al lezende, horende, ziende en gebruikende vertrouwd met woorden die in onze maatschappij plots opduiken naar aanleiding van een nieuw feit, een nieuwe gedachtengang of bijvoorbeeld een politieke verandering. Het kunnen nog niet bestaande woorden zijn of nieuwe samenstellingen van al bestaande. Speciaal voor mijn buitenlandse gasten zet ik nog even de woorden van 2010 op een rijtje die we vorig jaar om deze tijd nog niet kenden of gebruikten. Als zij (of de binnenlandse bezoekers) er geen touw aan vast kunnen knopen moeten ze er maar even op googelen. Alphabetisch:
-
Appen
-
Aswolk
-
Damschreeuwer
-
Dokter Bibberregel
-
Dreigtweet
-
Gedoogakkoord
-
Keppeltjesdag
-
Kettingrukkers
-
Labelkinderen
-
Lepelvrouwtje
-
Oorbehoedsmiddelen
-
Oranjebabes
-
Oranjepastoor
-
Ovatonde
-
Pingen
-
Rampwees
-
Siƫsta-economie
-
Waxinewerper
-
Zoutkaartje
Met dank aan Rene van Rijckevorsel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten