vrijdag 10 mei 2013

Opa vertelt (10)

De Inval op 10 mei.
Vanaf mijn vroegste herinnering is '10 mei 1940' (ook een vrijdag!) een beladen datum. Ikzelf was toen trouwens nog niet eens begonnen te bestaan.
10 mei 1940 is de dag die het begin van het einde van een lange periode van vrede (althans niet-oorlog) inluidde in Nederland, en bij het echtpaar B-v.d.S. te Eefde in het bijzonder.
Een prachtige, stralende, zonnige dag  -zo eentje als afgelopen zaterdag 4 mei!- De Nederlandsche Strijdkrachten werden onder de voet gelopen en weggevaagd.







Met dank aan de 'gebroken geweertjes'-politiek van de pacifistisch-socialistische bewegingen. Rotterdam-Centrum gooiden de Duitsers direct maar plat; daar zat het gezin van papa's broer in de schuilkelders: oom Martien en tante Mies met drie kinderen. Zij overleefden en Nederland capituleerde binnen 4 dagen.


Van de daarop volgende 'Bezetting' heb ik veel herinneringsflitsen. Inkwartiering van Duitse officieren. In de kamers, vanuit de voordeur rechts gezien, mochten wij niet meer komen. Flits: ik ben daar minstens één keer binnengewandeld. Ze waren heel aardig.
Vanaf de Zessprong / Harfsen werden de vliegende bommen van Werner von Braun (V-I's en V-II's in '43 - '44, tevens vader van de Saturnusraket naar de maan 1969) gelanceerd naar Londen, maar dat ging met de regelmaat van de klok mis: je hoorde boven Eefde als het overschakelen van de eerste naar de tweede rakettrap mislukte een enorm geratel en gepruttel.... dan donderde hij naar beneden in de buurt van de IJssel, dus vlak bij ons. Hup,hup,hup, de kelder in: onder de trap samenhurken. Verwarrend, deze beelden lopen over in het schuilen voor de Britse bombardementen. De Gealliëerden wilden de spoorbrug naast ons huis raken. Dat is nooit gelukt en ook wij ontsprongen de dans in die kelder.
Ik zie flitsen van geslachte varkens op ladders: wij maalden met onze korenmolen 'De Hoop' granen voor de Eefdese (protestantse-) boeren in ruil voor een levend varken, waarvan





we na de uitbening weer stukken met anderen konden delen. Er werden vooral veel worsten van gemaakt, de darmen waren immers voorhanden.



Ik kan dus in principe nooit vegetariër worden, want het zijn per definitie positieve overlevingsgevoelens die ik daarbij denk te ervaren. Schoudercarbonade, hoofdkaas, zure zult, bloedworst... stel je voor, iets heerlijkers bestaat niet. De Duitsers werden begin april 1945 uit Eefde e.o. door de Canadezen verdreven. Hitler had nog niet gecapituleerd, dus de terugtrekkende moffen pasten de 'Verschroeide aarde tactiek' toe: alle infrastructuren, inclusief die van de voedselketen, dienden op de terugtocht vernietigd: klik hier .Onze molen annex mijn geboortehuis gingen op 4 april 1945 in de fik want de Gealliëerden mochten die niet ongeschonden in handen krijgen. Wij mochten tijdelijk intrekken in het buitenverblijf van oom Martien: Het Uterink. Eén hectare natuurontdekking!







Ná de oorlog ( WO II -voor mijn nazaatjes ) van mijn 3e tot 12e jaar stond alles in het teken van de ontdekking en ontrafeling van die vroegste jaren. Daar waren de gedenkboeken van 'de Groene Amsterdammer' (helaas zoekgeraakt) en van 'Trouw'. Alles wat los en vast zat las ik, en ik keek naar de plaatjes, veel beelden.







Daar was ook het verdriet om de relatie tussen mijn ouders, die niet meer goed kwam; en om alles wat de 'Duitse Barbaren', volgens het bord dat mijn vader bij de ruïnes plaatste, in de verre omgeving vernietigd hadden. Ik liep als vierjarige tussen die puinhopen......van de trotse molen was letterlijk niets meer over; ik stond ook aan de wieg van de nieuwe maalderij. Het werd een 2000 PK Diesel, de geuren alleen al, met die kleine smeeroliespuitjes. Made in Manchester, Great Brittain. Niet meer afhankelijk van de Enkhuizer Almanak en zijn voorspellingen. Ook mijn vader werd onafhankelijk: hij bouwde een huis voor zichzelf pal ernaast.







De tijd maakte alles eerst nog wranger: naarmate de wederopbouw van het familiebedrijf vorderde (NV H.J.W.A. Bast, met meerderheidsaandeel: oom Martien, ja die uit Rotterdam) brokkelde de intimiteit thuis af. Mijn moeder en ik dienden, na de -door haar aangevraagde scheiding- 'ons' Uterink onverwijld te verlaten, het was immers de zomerresidentie van deze oom Martien, grootaandeelhouder der familie-NV. Negen jaren van mijn jeugd bracht ik er door; onbetwist en ondanks alles, de mooiste en de vormendste. Eefde, 30 april 1954, Koninginnedag. Punt er achter. 1 Mei moest 't Uterink leeg, verhuizing naar de Jacob Damsingel te Zutphen. Groot heimwee naar mijn huis, mijn land en mijn bos. Onrecht! Vandaag de dag kan ik het via de website 't Uterink.  een weekje huren.
Dat voel en denk ik op 10 mei; ook 73 jaar na dato.
Zonder '10 mei' zou ook mijn leven totaal anders zijn verlopen...... en daarmee dat van 'zij die na ons komen'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten